zakloop
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zak·loop
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van zaklopen, ook op te vatten als samenstelling van zak zn en loop zn
Zelfstandig naamwoord
de zakloop m
- wedstrijd waarbij deelnemers een bepaald traject zo snel mogelijk moeten afleggen met hun benen en voeten in een zak
- Hier zien we hoe prins Philip, koningin Elizabeth en prins Charles lachen terwijl ze de kandidaten van een zakloop in Braemar, Schotland, aanmoedigen. [1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'zakloop' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Prins Charles wordt 65: een blik op zijn leven (25 oktober 2014) op website MSN nieuws: msn.com; dia 22; geraadpleegd 2017-06-19