Een glas-in-loodraam met afbeelding zakkendragers die zakken uit een schip dragen (Jan Schouten op Wikipedia (nl)


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zak·ken·dra·gers

Zelfstandig naamwoord

de zakkendragersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zakkendrager