Een zakkendrager (door Adriaen van de Venne op Wikipedia (nl))

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zak·ken·dra·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zakkendrager zakkendragers
verkleinwoord zakkendragertje zakkendragertjes

Zelfstandig naamwoord

de zakkendragerm

  1. (beroep) iemand die, met name in een haven, zakken meel, graan, turf droeg
    • De zakkendragers hadden lange tijd hun eigen gilde. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • Vloeken als een zakkendrager.
Geweldig kunnen vloeken.

Gangbaarheid

Meer informatie