zaken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- za·ken
Zelfstandig naamwoord
de zaken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zaak
- ▸ Constant was ik met mezelf in gesprek over praktische zaken, zoals hoeveel water mee te nemen en wat te doen als ik zou verdwalen, tot mezelf afvragen of ik niet te ver was gegaan door mijn gezin zo lang te verlaten.[1]
- alleen meervoud commerciële activiteiten
- Tja, zaken zijn nu eenmaal zaken!
- alleen meervoud onderwerpen, kwesties (als onderdeel van de aanduiding van een onderwerp of vakgebied)
Hyponiemen
- [3] ambtenarenzaken, burgerzaken, Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken, emancipatiezaken, oorlogszaken, personeelszaken, perszaken, vreemdelingenzaken
Afgeleide begrippen
2. commerciële activiteiten
|
Uitdrukkingen en gezegden
- [1] gedane zaken nemen geen keeriets dat gebeurd is, kan je niet meer terugdraaien
- [1] zijn neus in iemands anders zaken stekenje bemoeien met zaken die niet de jouwe zijn
Vertalingen
Bijwoord
zaken
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
- zakendoen: Hij deed veel zaken met Iran.
Gangbaarheid
- Het woord zaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zaken" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be