zaakvoerster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zaak·voer·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaakvoerster | zaakvoersters |
verkleinwoord | zaakvoerstertje | zaakvoerstertjes |
Zelfstandig naamwoord
de zaakvoerster v
- een vrouwelijk persoon die in opdracht van een ander een economische activiteit uitoefent
- De zaakvoerster verdiende een goed salaris.
Gangbaarheid
- Het woord zaakvoerster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.