Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • woon·ak·koord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woonakkoord woonakkoorden
verkleinwoord woonakkoordje woonakkoordjes

Zelfstandig naamwoord

het woonakkoordo

  1. (politiek) een overeenstemming tussen verschillende partijen over de woningmarkt
    • Door het woonakkoord dreigen sociale huurwoningen onbetaalbaar te worden voor hun primaire doelgroep. 

Meer informatie