Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wijn·bal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wijnbal wijnballen
verkleinwoord wijnballetje wijnballetjes

Zelfstandig naamwoord

wijnbal m [1] [2]

  1. (voeding) niet ongevaarlijke rode suikerbal met een zure smaak en rode kleur
    • Elk kind heeft wel eens een wijnbal voortijdig doorgeslikt en weet (als hij het overleeft) wat een onaangenaam gevoel dat geeft 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
45 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen