Nederlands

 
1. Het opkweken van jonge hennepplanten voor de wietteelt.
Uitspraak
Woordafbreking
  • wiet·teelt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wietteelt -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de wietteeltv / m

  1. (landbouw) verbouw van hennep om marihuana te maken
     Van der Laan eist samen met andere burgemeesters gereguleerde wietteelt[1]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Van der Laan eist samen met andere burgemeesters gereguleerde wietteelt” (31 januari 2014) op parool.nl