wietteelt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wiet·teelt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wiet zn en teelt zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wietteelt | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (landbouw) verbouw van hennep om marihuana te maken
- ▸ Van der Laan eist samen met andere burgemeesters gereguleerde wietteelt[1]
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord wietteelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Van der Laan eist samen met andere burgemeesters gereguleerde wietteelt” (31 januari 2014) op parool.nl