wespendief
  • wes·pen·dief
enkelvoud meervoud
naamwoord wespendief wespendieven
verkleinwoord

de wespendiefm

  1. (havikachtigen) Pernis apivorus   een roofvogel uit de familie van de havikachtigen (Accipitridae). De wetenschappelijke naam van de soort werd als Falco apivorus in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus. De Wespendief is beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn
    • De ontmanteling van ’Coming World’ gebeurt omdat op het terrein een familie ’kamsalamanders’ woont. De natuurvrienden zeggen dat het gezinnetje alleen kan uitbreiden als er rust is in het gebied. Ook zouden er wat vleermuizen en de zeldzame wespendief rondfladderen. [3] 
    • Met zijn korte, stevige poten, dikke tenen en vlakke nagels is de wespendief ongeschikt om prooien te grijpen. Krabben en graven gaat hem beter af. De wespendief graaft wespenbroed op, vandaar zijn naam. [4] 
73 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[5]