Nederlands

 
russisch werkpaard
Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·paard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werkpaard werkpaarden
verkleinwoord werkpaardje werkpaardjes

Zelfstandig naamwoord

het werkpaardo

  1. een paard dat gehouden wordt om arbeid te verrichten
  2. (figuurlijk) een persoon die hard werkt
Synoniemen
Hyponiemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • je hebt luxe paarden en werkpaarden
niet iedereen heeft dezelfde positie in de maatschappij
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be