• wens ge·luk
vervoeging van
gelukwensen

wens (…) geluk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelukwensen
    • Ik wens geluk. 
  2. gebiedende wijs van gelukwensen
    • Wens geluk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelukwensen
    • Wens je geluk?