Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wel·vaarts·vast
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen welvaartsvast welvaartsvaster (welvaartsvastst) *
verbogen welvaartsvaste welvaartsvastere (welvaartsvastste) *
partitief welvaartsvasts welvaartsvasters -

Bijvoeglijk naamwoord

welvaartsvast [1]

  1. (economie) van uitkeringen en pensioenen dat deze stijgen en dalen afhankelijk van de lonen in een land
    • Het pensioenvermogen van het ABP is bij een dekkingsgraad van 100% evenveel waard als de toekomstige verplichtingen. Wat zijn ‘toekomstige verplichtingen’? In 1970 betaalden wij pensioenpremie om op 65-jarige leeftijd een welvaartsvast en geïndexeerd pensioen te ontvangen van 70% van het voormalige loon. Dit na 40 jaar lang 1,75% per jaar pensioen te hebben opgebouwd.[2] 
    • Volgens 50PLUS-Kamerlid Martin van Rooijen is de maatregel nodig om de AOW dit jaar daadwerkelijk welvaartsvast te maken. „De laatste dertig jaar is de AOW gemiddeld gestegen met iets meer dan de inflatie. Weliswaar is de AOW-uitkering gekoppeld aan de stijging van het minimumloon, maar deze stijging blijkt in de praktijk lager uit te vallen dan gedacht.[3] 
    • Er is maar een remedie voor dit geldverslindend Europees circus, namelijk opheffen, en met terugwerkende kracht terugbetalen, wat toekomt aan belastingbetalers, inclusief het beloofde welvaartsvast pensioen, met rente graag.[4] 
Opmerkingen
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest welvaartsvast(e)" worden gebruikt. [5] [6]
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 20 oktober 2017
  3. de Telegraaf 23 juni 2017
  4. de Telegraaf 27 april 2017
  5.   Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  6.   Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)