Afrikaans

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
weier
geweier
volledig

Werkwoord

weier

  1. weigeren
    «Ecuador se minister van buitelandse sake het gesê sy land het versekerings van Brittanje, Swede en Amerika gevra dat Assange nie aan laasgenoemde uitgelewer sal word nie, maar hulle het geweier.[1]»
    De Ecuadoraanse minister van buitenlandse zaken zei dat zijn land de verzekering van Groot-Brittannië, Zweden en Amerika gevraagd dat Assange niet aan het laatstgenoemde land uitgeleverd zou worden, maar dat zij dit geweigerd hadden.

Verwijzingen