weerstaan

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  weerstaan    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• weer·staan

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  weer bw  en  staan 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
weerstaan	weerstond	weerstaan
klasse 6	volledig

Werkwoord

weerstaan

1. stand houden, weerstand bieden aan

   • De oude boom verloor een paar takken, maar hij weerstond de storm opvallend goed. 
   • (Belgisch recht:) art 71 SWB: Er is geen misdrijf, wanneer de beschuldigde of de beklaagde op het ogenblik van het feit in staat van krankzinnigheid was of wanneer hij gedwongen werd door een macht die hij niet heeft kunnen weerstaan. 

   ▸ Als het een avond in november was geweest, waren ze gewoon naar bed gegaan zodra de laatste gasten waren vertrokken. Maar deze witte juninachten waren, volgens Ingeborg, onmogelijk te weerstaan, hoe moe je ook was.

Anagrammen

• etenswaar

Afgeleide begrippen

• onweerstaanbaar, weerstaanbaar

Vertalingen

    1. stand houden, weerstand bieden aan   

Duits: widerstehen (de) Engels: resist (en), stand up to (en), withstand (en) Frans: résister (fr) (à)

Italiaans: resistere (it) (a) Spaans: resistir (es), aguantar (es)

Woordherkomst en -opbouw

• vervoeging van weerstaan: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)

Werkwoord

vervoeging van:	weerstaan…
verbogen vorm:	weerstane

weerstaan

1. voltooid deelwoord van weerstaan

Gangbaarheid

• Het woord weerstaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weerstaan" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.