weekenddag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: weekenddag (hulp, bestand)
Woordafbreking
- week·end·dag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van weekend en dag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weekenddag | weekenddagen |
verkleinwoord | weekenddagje | weekenddagjes |
Zelfstandig naamwoord
de weekenddag m
Antoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'weekenddag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.