weeg
- Geluid: weeg (hulp, bestand)
- IPA: / wex / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /ˈʋeχ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞ex/
- (Limburg): /ˈweːx/
- weeg
- dunne buitenwand van hout of steen
- De weeg is na vele jaren ingestort.
vervoeging van |
---|
wegen |
weeg
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegen
- Ik weeg.
- gebiedende wijs van wegen
- Weeg!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegen
- Weeg je?
- Het woord weeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.