wederkerend werkwoord

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • we·der·ke·rend werk·woord
enkelvoud meervoud
naamwoord wederkerend werkwoord wederkerende werkwoorden
verkleinwoord wederkerend werkwoordje wederkerende werkwoordjes

Zelfstandig naamwoord

het wederkerend werkwoordo

  1. (grammatica) een werkwoord waarbij de handelende persoon tevens het voorwerp van de handeling is
    • Een voorbeeld van een wederkerend werkwoord is 'zich verheugen'. 
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie