webshop

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  webshop    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• web·shop

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  web  en  shop 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	webshop	webshops
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de webshop m #een website die functioneert als een winkel

1. • Bol.com is een bekende webshop in Nederland. 
   • Het nieuwe winkelen gebeurt op het internet, de nieuwe winkels zijn dan ook de webshop. 

Synoniemen

1. webwinkel, e-shop

Gangbaarheid

• Het woord webshop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "webshop" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.