waslijn
- was·lijn
- samenstelling van was en lijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waslijn | waslijnen |
verkleinwoord | waslijntje | waslijntjes |
- gespannen draad waaraan wasgoed te drogen hangt, dat handmatig of machinaal gewassen is
- ▸ Binnen had ik een zee van ruimte waardoor ik mijn rugzak ‘s nachts bij de hand had en mijn sokken zelfs konden drogen aan een waslijn bovenin.[1]
- ▸ Vandaag worden spelletjes gespeeld. Er komen ook nog een playbackshow en een barbecue. Vuurkorven, lampjes en een waslijn met wat sokken en kleren, maken het vakantiegevoel compleet.[2]
- Het woord waslijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "waslijn" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron “97 jaar oud en toch op de camping in Emmeloord” (23 juni 2022), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be