• was·dom
enkelvoud meervoud
naamwoord wasdom -
verkleinwoord - -

de wasdomm

  1. ontwikkelen, proces van groeien
    • (…) de groei van het onkruid zelf laat hij ongemoeid. Integendeel, hij heeft er de wasdom nog uitvoeriger van beschreven. [3]
  2. volledige ontwikkeling, volgroeid zijn
    • Ware liefde is wederzijds, en vergt tijd en geduld om tot wasdom te komen (…) [4]
  • tot wasdom brengen
[2] ontwikkelen, laten groeien
  • tot wasdom komen
[2] volgroeien
  • tot volle wasdom komen
[2] helemaal ontwikkeld zijn
82 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[5]


enkelvoud meervoud
naamwoord wasdom -
verkleinwoord - -

wasdom m

  1. groei
  2. (economie) winst, winstvergoeding