wapenmeester
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wa·pen·mees·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wapen ww en meester
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wapenmeester | wapenmeesters |
verkleinwoord | wapenmeestertje | wapenmeestertjes |
Zelfstandig naamwoord
de wapenmeester m
- (beroep) iemand die van rechtswege verantwoordelijkheid voor kwaliteit, registratie, vernietiging en identificatie van wapens draagt
- Het bestuur der Wapenproefbank bestaat uit een voorzitter en zes wapenmeesters[1].
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'wapenmeester' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.