Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·pen·ex·por·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wapenexporteur wapenexporteurs
verkleinwoord wapenexporteurtje wapenexporteurtjes

Zelfstandig naamwoord

de wapenexporteurm

  1. (handel) exporteur van wapens
    • Nederland is een van de grootste wapenexporteurs. Volgens een rapport van de Campagne tegen Wapenhandel zou Nederland, per hoofd van de bevolking gemeten, de grootste wapenexporteur in 2008 zijn 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid