Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·pen·con·tro·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wapencontrole wapencontroles
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wapencontrolev / m

  1. toezicht op het bezit van (vuur)wapens
     Vanaf die dag werden alle soldaten door onze moeders aan een wapencontrole onderworpen alvorens we afmarcheerden naar het front.[1]
     Zijn initiatief om de wapenwet te verscherpen werd bejubeld door de burgemeester van New York, Michael Bloomberg. Hij heeft van wapencontrole ook zijn stokpaardje gemaakt.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  2.   Weblink bron “Andrew Cuomo, progressieve Democraat” (10-01-2013), NOS