wandeltempo
- Geluid: wandeltempo (hulp, bestand)
- wan·del·tem·po
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wandeltempo | wandeltempo's |
verkleinwoord |
het wandeltempo o
- de snelheid waarmee men wandelt
- ▸ Zijn wandeltempo ligt rond de 5 kilometer per uur. Op oneffen terrein, zoals op bospaden, is De Jong op zijn hoede. Dan ligt de snelheid lager. „Ik wil niet struikelen over boomwortels.”[2]
- een snelheid die overeenkomt met die van een wandelaar (ongeveer 5 km/uur)
- ▸ Maar ze zei ooit over de marathon van New York: “Oh ja, maar die loop ik ook zo.” Daarmee doelde ze – fanatiek wandelaar – op de limiet die de organisatie heeft gesteld: binnen 8,5 uur moet je over de finish zijn. En dat haal je inderdaad met een gemiddeld wandeltempo ook nog prima.[3]
- een langzame manier van bewegen
- ▸ Even leek Ajax op te leven, met een aantal doelpogingen tot gevolg, maar al snel vervolgde het duel in een wandeltempo.[4]
- Het woord wandeltempo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Johannes Visscher“Jaap de Jong: Kilometervreter met een spierziekte” (10-08-2018), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron Marieke ten Katen“Geen streeftijd op je eerste marathon? Wat een onzin” (30/01/2016), HP de Tijd
- ↑ Weblink bron Freek Jansen“Ajax profiteert van misstap AZ met winst in slaapverwekkend duel met RKC” (16-02-2020), Tubantia