walk-over
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- walk-over
Woordherkomst en -opbouw
- van het Engels: (samenkoppeling) van walk en over [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | walk-over | walk-overs |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de walk-over m
- gemakkelijke overwinning of onderneming
- (sport) winnen zonder spelen (door het ontbreken van de tegenstander)
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord walk-over staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.