Nederlands

Woordafbreking
  • wa·gen·plein
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wagenplein wagenpleinen
verkleinwoord wagenpleintje wagenpleintjes

Zelfstandig naamwoord

het wagenpleino

  1. een plein aan de poort van een stad, waar koetsen en wagens worden geladen en gelost
    • Het Leidseplein in 1767: Op het Leidseplein lozen sinds een eeuw de postkoetsen die via de weg langs de Overtoomsevaart de stad binnenkomen hun passagiers en bagage: het is een wagenplein. Je vindt er stalhouderijen, hoefsmeden en kroegen.[1] 

Verwijzingen

  1. Ons Amsterdam presenteert: de geschiedenis van het Leidseplein, 12 oktober 2017.[1]