waarschuwden
- waar·schuw·den
vervoeging van |
---|
waarschuwen |
waarschuwden
- meervoud verleden tijd van waarschuwen
- Wij waarschuwden.
- Jullie waarschuwden.
- Zij waarschuwden.
- Wij waarschuwden.
- Het woord waarschuwden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.