Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waar·heids·waar·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waarheidswaarde waarheidswaarden
waarheidswaardes
verkleinwoord waarheidswaardetje waarheidswaardetjes

Zelfstandig naamwoord

de waarheidswaardev

  1. (wiskunde) (informatica) een logische functiewaarde ('waar' of 'onwaar') (bij een aantal concrete waarden van logische variabelen in die functie)
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid