Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vuur·ko·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vuurkogel vuurkogels
verkleinwoord vuurkogeltje vuurkogeltjes

Zelfstandig naamwoord

de vuurkogelm

  1. (militair) projectiel gevuld met een licht ontvlambare stof, bedoeld als signaal, lichtbron of om brand te veroorzaken
    • Zij werden opgemerkt door een Oost-Duitse grenswacht, die een vuurkogel afschoot. [1]
  2. bolvormig brandend luchtverschijnsel
    • Eindelijk verrees de verblindende vuurkogel der zon omhoog. [2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen