Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vul·de aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanvullen

vulde aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanvullen
    • Ik vulde aan. 
    • Jij vulde aan. 
    • Hij, zij, het vulde aan. 


Gangbaarheid