vuistbijl
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vuistbijl (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvœys(t)bɛil / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈvœʏ̯sbɛːɫ/, (duidelijk uitgesproken) /ˈvœʏ̯sdbɛːɫ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈvœːstbɛːɫ/
- (Limburg): /ˈvœːzbɛɪ̯l/
Woordafbreking
- vuist·bijl
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vuist en bijl
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vuistbijl | vuistbijlen |
verkleinwoord | vuistbijltje | vuistbijltjes |
Zelfstandig naamwoord
- (archeologie) een kerngereedschap uit het paleolithicum, het Acheuléen en het Moustérien, dat voorkomt in Afrika, Europa, het westen van Eurazië, India en het westen van China, maar niet verder naar het oosten
- Vuistbijlen kunnen in een kwartier tijd uit vuursteen gehakt worden.
Vertalingen
1. een kerngereedschap uit het paleolithicum, het Acheuléen en het Moustérien
Gangbaarheid
- Het woord vuistbijl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vuistbijl" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be