vuilverwerking
  • vuil·ver·wer·king
enkelvoud meervoud
naamwoord vuilverwerking vuilverwerkingen
verkleinwoord

de vuilverwerkingv

  1. bedrijf dat zorgdraagt voor de afvoer en verwerking van (huis)vuil
     ‘En hoe was het op jfk vanavond, ben je nu uitgewacht?’ ‘Neeee, ik moet nog een keer,’ antwoordde ik en ik wierp een blik op het scherm, een item over de vuilverwerking in de stad, we moesten blijkbaar afval gaan scheiden.[2]
     Twence heeft klanten verzocht de dorpskern Zenderen te mijden. De overslaghal voor huishoudelijk afval blijft voorlopig buiten gebruik. De vuilverwerking Boeldershoek bij Hengelo is volgens Horsthuis geen alternatief, omdat die helemaal nodig is voor verwerkingsinstallaties.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  3.   Weblink bron
    Erik Hogeboom
    “Twence vuilstort klaar voor tweede leven” (14-05-2007), Tubantia