• vrou·wen·ge·stal·te
enkelvoud meervoud
naamwoord vrouwengestalte vrouwengestalten
vrouwengestaltes
verkleinwoord

de vrouwengestaltev [1]

  1. de gedaante van een vrouw
     Ze ligt overhoop met alles, past niet, is een belediging voor haar sekse, een koppig kind in vrouwengestalte, haar hoofd gebogen en haar armen strak om haar tekenboek geslagen alsof het een deur is.[2]
     Vera legt haar wijsvinger op mannen- en vrouwengestaltes en noemt er namen bij.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. V.E. Schwab
    “Het onzichtbare leven van Addie LaRue” (2021), De Boekerij  , ISBN 9789022591932
  3. J. Bernlef pseud. van Hendrik Jan Marsman
    Hersenschimmen”   (1984), Em. Querido's Uitgeverij  , ISBN 9789021408057