Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vroeg·sop·te

Werkwoord

vervoeging van
vroegsoppen

vroegsopte

  1. enkelvoud verleden tijd van vroegsoppen
    • Ik vroegsopte. 
    • Jij vroegsopte. 
    • Hij, zij, het vroegsopte.