vroegsopte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vroegsopte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vroeg·sop·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vroegsoppen |
vroegsopte
- enkelvoud verleden tijd van vroegsoppen
- Ik vroegsopte.
- Jij vroegsopte.
- Hij, zij, het vroegsopte.
- Ik vroegsopte.