vreten
- vre·ten
- In de betekenis van ‘(gulzig) eten’ voor het eerst aangetroffen in 1437 [1]
- Komt van ver-eten, afgeleid van eten met het voorvoegsel ver- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vreten | |
verkleinwoord |
het vreten o
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vreten |
vrat |
gevreten |
klasse 5 | volledig |
- overgankelijk (informeel) (van personen) het nuttigen van voedsel op een meestal onbeleefde wijze
- Zit toch niet zo asociaal te vreten!
- overgankelijk (van dieren) eten
- overgankelijk in grote hoeveelheid gebruiken
- Deze motorfiets vreet kettingen.
- absoluut een aanhoudend toenemende en pijnlijke lichamelijke of psychische gewaarwording veroorzaken
- Dit blijft aan mij vreten.
- kilometers vreten
heel veel afstand afleggen
- • Na bijna vier maanden gemiddeld 25 kilometer per dag te hebben gelopen, plus veel rustdagen, begon ik kilometers te vreten door dagelijks gemiddeld 40 kilometer te lopen. [6]
1. het nuttigen van voedsel op een meestal onbeleefde wijze
- Het woord vreten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vreten" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "vreten" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vreten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be