vrachtwagenchauffeur

Nederlands

 
vrachtwagenchauffeur
Uitspraak
Woordafbreking
  • vracht·wa·gen·chauf·feur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vrachtwagenchauffeur vrachtwagenchauffeurs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de vrachtwagenchauffeurm

  1. (beroep) chauffeur van een vrachtwagen
    • In het Zeeuwse Rilland heeft een vrachtwagenchauffeur zaterdagavond voor nogal wat onrust gezorgd. De Poolse bestuurder van de truck werd al slingerend op de A58 gesignaleerd, waarop de politie werd gealarmeerd. Nog voor de politie de trucker tot stilstand kon dwingen, raakte de man al van de weg.[1] 
    • Een vrachtwagenchauffeur heeft zijn dak eraf gereden bij de Stationstunnel in Den Bosch. De wagen was te hoog om door de tunnel te rijden, maar daar kwam de bestuurder te laat achter. Het zou om een jonge chauffeur gaan die pas net zijn vrachtwagenrijbewijs heeft, maar het bedrijf uit Elshout waar de vrachtwagen van is wil niet verder op details ingaan. [2] 
     Een 57-jarige vrachtwagenchauffeur is vanmorgen op de A12 bij de grens met Duitsland opgepakt, omdat hij een medeweggebruiker heeft bedreigd met een pistool.[3]
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Metro 01 april 2018DRONKEN VRACHTWAGENCHAUFFEUR VAN WEG GERAAKT
  2. Omroep Brabant Maaike Cnossen 28-8-2019 Jonge chauffeur bestuurde vrachtwagen die dak verloor in Stationstunnel in Den Bosch
  3.   Weblink bron “Trucker bedreigt automobilist met pistool” (Donderdag 17 maart 2016), NOS