Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
voyage
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Engels
1.1
Uitspraak
1.2
Woordherkomst en -opbouw
1.3
Zelfstandig naamwoord
2
Frans
2.1
Uitspraak
2.2
Woordherkomst en -opbouw
2.3
Zelfstandig naamwoord
2.4
Werkwoord
Engels
Uitspraak
Geluid
:
voyage (VS)
(
hulp
,
bestand
)
Woordherkomst en -opbouw
Van het Oudfrans, zie
aldaar
.
enkelvoud
meervoud
voyage
voyages
Zelfstandig naamwoord
voyage
(lange)
reis
(
verouderd
)
reisverslag
Frans
Uitspraak
Geluid
:
voyage
(
hulp
,
bestand
)
Woordherkomst en -opbouw
Van het Oudfranse
voiage
, verder te herleiden tot
Latijn
viaticum
.
enkelvoud
meervoud
zonder lidwoord
met lidwoord
zonder lidwoord
met lidwoord
voyage
le voyage
Zelfstandig naamwoord
voyage
m
reis
,
tocht
[2]
«Bon
voyage
!»
Goede
reis
!
Werkwoord
vervoeging van
voyager
voyage
eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van
voyager
eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van
voyager
tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van
voyager