vormeloos
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vor·me·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vormeloos | vormelozer | vormeloost |
verbogen | vormeloze | vormelozere | vormelooste |
partitief | vormeloos | vormelozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
vormeloos
- zonder vorm
- De oude vrouw had zich in een vormeloze jurk gehesen.
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord vormeloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vormeloos" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be