voorzeker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·ze·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor bw en zeker bn
Bijwoord
voorzeker [1]
- met absolute zekerheid
- Zo u dat doet, o gelukkig Nederland, o ongeschonden bruid van Christus, o zeer bloeiende Republiek, dan zal deze kerk, door de baren van allerlei wind van leer gekweld, voorzeker ten laatste de haven in zeilen, en de stormen rustig bespotten en verachten. Maar, opdat dit geschiedt, tracht naar vrede. [2]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord voorzeker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voorzeker" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad 16-02-2019 Schriftonderzoek
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be