Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voort·gang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voortgang voortgangen
verkleinwoord voortgangetje voortgangetjes

Zelfstandig naamwoord

de voortgangm

  1. het vooruit gaan
  2. de mate waarin het vooruit is gegaan

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be