voortbroderen
- voort·bro·de·ren
- samenstelling van voort en broderen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voortbroderen |
brodeerde voort |
voortgebrodeerd |
zwak -d | volledig |
voortbroderen
- voortgaan met ergens over te spreken
- Het woord 'voortbroderen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.