voormuur
- voor·muur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voormuur | voormuren |
verkleinwoord |
de voormuur m
- (bouwkunde) muur aan de voorkant van een bouwwerk
- ▸ Het gebouw van de Turkse culturele vereniging in Rheine was in de nacht van maandag op dinsdag het doelwit. De onbekende daders gooiden drie molotovcocktails tegen de hoofdingang en de voormuur van het pand.[2]
- ▸ Twee jaar geleden heeft onze gemeente gevraagd om de voormuur weg te mogen halen. Dat mocht niet in verband met de monumentenstatus. Nu hebben we een nieuw plan ingediend, waarbij het grootste deel van de woning dienst kan doen als pastorie.[3]
- Het woord voormuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voormuur" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Roel Lutkenhaus“Aanslagen op Turkse gebouwen in grensgebied” (09-03-2010), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Oud gereformeerde gemeente Rouveen krijgt pastorie” (04-12-2015), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be