Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • von·nist

Werkwoord

vervoeging van
vonnissen

vonnist

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vonnissen
    • Jij vonnist. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vonnissen
    • Hij vonnist. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vonnissen
    • Vonnist!