vollenbak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vol·len·bak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vol en bak met het invoegsel -en-
- samentrekking van volgas en versnellingsbak
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vollenbak | - | - |
verbogen | - | - | - |
Bijvoeglijk naamwoord
vollenbak
- (jongerentaal) vol, voluit, volop, volledig
- En nu gaan we vollenbak vooruit.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'vollenbak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.