• vloeit aan

uit vloeit (werkwoord) en aan, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

vervoeging van
aanvloeien

vloeit (...) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvloeien
    • Jij vloeit aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvloeien
    • Hij vloeit aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanvloeien
    • Vloeit aan!