Nederlands

 
[1] vlieggat
Uitspraak
Woordafbreking
  • vlieg·gat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vlieggat vlieggaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het vlieggato

  1. plaats waar bijen de bijenkorf verlaten als ze op zoek gaan naar nectar
     In plaats van het geestrijke, geurige aroma van honing en vergif, van de warmte van de drukte van vroeger, komt er nu uit het vlieggat een geur van honing die samenvloeit met de geur van leegte en bederf.[2]
  2. ingang van een vogelhuisje
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen