vleesmes
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vlees·mes
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vlees en mes
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vleesmes | vleesmessen |
verkleinwoord | vleesmesje | vleesmesjes |
Zelfstandig naamwoord
het vleesmes o
- (kookkunst) groot zwaar mes met breed lemmet om vlees mee te snijden, soms ook als wapen gebruikt
- Het tweetal drong gistermiddag een cafe binnen en bedreigde twee cafebezoekers met een hakbijl en een vleesmes en eiste geld. Toen de bezoekers weigerden hakten de twee met bijl en mes op hen in. De slachtoffers zijn met ernstige verwondingen in het ziekenhuis opgenomen. Een getuige verklaarde dat het tweetal al jaren op een dergelijke manier mensen heeft beroofd.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord vleesmes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vleesmes" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ NRC 1 mei 1991
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be