[2] vlaggengroet
  • vlag·gen·groet
enkelvoud meervoud
naamwoord vlaggengroet vlaggengroeten
verkleinwoord

de vlaggengroetm

  1. (scheepvaart) het laten zakken van de vlag als erkenning van elkaars aanwezigheid wanneer men elkaar ontmoet
     Het 76 meter lange zeilschip zal rond 14.00 uur in Amsterdam aankomen. Daar wacht een officieel onthaal met onder meer saluutschoten en een vlaggengroet.[1]
     Daarna volgde een vlaggengroet. De Nederlandse vlag in de haven wordt daarbij voor driekwart gestreken. Op de schepen laat de bemanning ook de vlaggen zakken en wordt het volkslied gezongen van het land waar het schip vandaan komt.[2]
     De schepen worden vanmiddag vanaf 15.00 uur ontvangen op het IJ met een Saluut Protocollair, bestaande uit kanonsschoten en een vlaggengroet. Het Saluut Protocollair is een eeuwenoude traditie.[3]
  2. op een militaire wijze de vlag groeten als teken van respect voor het land of de organisatie waarvan die vlag het symbool is
  1.   Weblink bron “Sail geopend, drukte langs het water én op de weg” (19-08-2015), NOS
  2.   Weblink bron “Tallships Sail in Amsterdam” (19-08-2015), NOS
  3.   Weblink bron “Amsterdam maakt zich op voor 600 Sail-schepen” (19-08-2015), NOS