viven
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vivar |
viven
- aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van vivar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van vivar
vervoeging van |
---|
vivir |
viven
- derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van vivir