Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·ri·li·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord viriliteit viriliteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de viriliteitv

  1. het viriel zijn, de mannelijkheid, dapperheid, manlijkheid, potentie, flinkheid, stoerheid
    • Met trots bezien de moeders hun zonen. Tom en Ian berijden surfend de golven, hun gebronsde en gespierde lijven een uithangbord voor hun jeugdige viriliteit. Dat de vrouwen daar niet ongevoelig voor zijn, blijkt als de getrouwde Roz (Robin Wright) een onenightstand heeft met Ian (Xavier Samuel), de zoon van haar beste vriendin. In Two mothers markeert dat het begin van een gecompliceerde vierhoeksverhouding. [2] 
    • Tussen alle stoere binken vormt Kapitein Michalis (geen zeeman maar een veteraan in de Kretenzische vrijheidsstrijd) wel het toppunt van viriliteit. Een reusachtige kerel, een krachtpatser, nors en zwijgzaam – vriend en vijand zijn bang voor hem. [3] 
    • Viriliteit, vindt Gazalé, is een culturele constructie waarbij de vir (Latijn voor man), dus de viriele man, wordt beschouwd als het beste van de menselijke soort. Gazalé: „Dat heeft bijgedragen tot het minderwaardig maken van vrouwen, maar ook tot het onderdrukken van mannen die niet aan dit ideaal konden voldoen. Mannen die niet groot en gespierd genoeg zijn, onvoldoende lust tot veroveren aan de dag leggen, die niet genoeg ‘man’ zijn volgens de gangbare norm van viriliteit.” [4] 
Antoniemen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen